Tijdens avonddienst komt een vader (als zelfverwijzer) met zijn dochter van 9 jaar naar de huisartsen spoedpost met een versnelde ademhaling. Er is sprake van een blanco medische voorgeschiedenis.

De saturatie is 100%, er zijn geen afwijkingen bij auscultatie van de longen en is er geen sprake van een stridor of verhoogde ademarbeid. De dienstdoende huisarts duidt het als hyperventilatie. Patiënt wordt 15 minuten in de wachtkamer gezet met de instructie in een zakje te ademen. Omdat het iets beter lijkt te gaan wordt zij naar huis gestuurd met instructie bij verslechtering terug te komen.

Vier uur later, rond 4 uur in de ochtend, staat vader opnieuw aan de balie. Het gaat niet goed. Zijn dochter kan niet meer op haar benen staan. Ze drinkt en plast veel en heeft pijn in haar flank. Anamnese verloopt moeizaam en ouders zijn ontzettend bezorgd. Bij lichamelijk onderzoek wordt een suf, bleek, kreunend en slap meisje gezien met een AH frequentie van 40 p/m en een glucose van 29,4. Zij wordt met een ambulance ingestuurd en wordt opgenomen i.v.m. een diabetische ketoacidose bij diabetes de novo en een hypovolemische shock.

Wat in deze casus opvalt is dat in het eerste contact de anamnese en lichamelijk onderzoek niet volledig zijn. Bij het systematisch doorlopen van de ABCDE-methodiek zou in de B een verhoogde AF zijn gevonden; in C zou een afwijkende kleur, lage tensie en hoge pols frequentie kunnen zijn vastgesteld. In de D zou de glucose meting de duidelijkheid hebben gegeven over de oorzaak van de tachypnoe.

Door deze casus te delen, hopen we dat iedereen scherp blijft bij een patiënt met een eerste episode van hyperventilatie. Hyperventilatie is vaak een uiting van angst of stress, maar kan in sommige gevallen een uiting van een onderliggende aandoening.